Bij puinwerk worden reddingshonden ingezet om overlevenden te vinden na een ontploffing of instorting (bijvoorbeeld na een aardbeving).
Hierbij werkt de hond zelfstandig maar dichterbij de geleider dan op vlakte. Geleider en hond bewegen zich over moeilijk begaanbare oppervlaktes. Dit is niet zonder risico: losliggende brokken steen of ijs kunnen bij het minste of geringste verzakken.
Zij kunnen dus anders dan op vlakte voor veel meer obstakels en gevaren komen te staan: gladde bewegende betonblokken, glas, spijkers, putten, enz.
Ook hier blijkt weer het voordeel van reddingshonden. Over het algemeen zijn ze lichter dan mensen en bewegen ze voorzichtiger.